In mijn eerdere blog heb ik verteld hoe je het beste kunt voorbereiden op de WIA keuring. Ik schreef ook over wat je kunt verwachten als je op gesprek komt bij het UWV. In deze blog leg ik uit welke WIA uitkeringen er kunnen worden toegekend als UWV vindt dat je arbeidsongeschikt bent.

De WIA in het kort

De WIA staat voor de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Deze wet heeft als doel om zoveel mogelijk arbeidsongeschikten aan het werk te houden. De WIA bestaat vanaf 1 januari 2005 en is de opvolger van de oude WAO uitkering, die daarvoor gold als je arbeidsongeschikt werd. Onder de WIA vallen twee uitkeringen: de WGA en IVA uitkering. Een WGA uitkering krijg je als je of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent, of vrijwel volledig arbeidsongeschikt maar dan met kans op herstel. Een IVA uitkering krijg je alleen als je zo goed als volledig arbeidsongeschikt bent en dit dan ook nog duurzaam is. Er is dan (bijna) geen kans op herstel en de verwachting is dat de situatie mogelijk zal verslechteren.

De WGA uitkering

De WGA staat voor Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Je ontvangt van UWV een WGA uitkering als je tenminste 35% arbeidsongeschikt bent en er nog kans bestaat op gedeeltelijk of volledig herstel. Als je minder dan 35% arbeidsongeschikt bent, dan bestaat er geen recht op een WGA uitkering.

Afhankelijk van het percentage dat je arbeidsongeschikt bent val je in de volgende categorieën:   

WGA 35-80%: als UWV vindt dat je gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent
WGA 80-100%: als UWV vindt dat je meer dan 80% of volledig arbeidsongeschikt bent maar niet duurzaam

Als je weet in welke categorie je valt is het ook goed om te weten dat de WGA drie verschillende uitkeringen kent. Dit zijn de loongerelateerde, loonaanvullings en vervolguitkering. In de WIA beslissing kun je terugvinden welke WGA uitkering van toepassing is. Hieronder leg ik uit wat de verschillen zijn.     

De loongerelateerde uitkering (LGU)

Als je in de 36 weken voordat je ziek werd tenminste 26 weken hebt gewerkt dan heb je recht op een  loongerelateerde uitkering. Voldoe je hier niet aan dan bestaat er recht op een loonaanvullings of vervolguitkering. Als er recht bestaat op een loongerelateerde uitkering dan is de duur afhankelijk van het aantal jaren dat je hebt gewerkt (zoals bij de WW). De hoogte van de uitkering bedraagt de eerste twee maanden 75% en daarna 70% van het WIA maandloon. Onthoud dat het WIA maandloon grofweg hetzelfde is als het laatstverdiende loon dat je kreeg voordat je ziek werd.

Werk je naast je WGA uitkering? Dan worden jouw inkomsten de eerste twee maanden van je uitkering voor 75% gekort en daarna voor 70% gekort op de WGA uitkering. Dat betekent dat je 25% tot 30% van je inkomsten mag houden. Daardoor is je totale inkomen (WGA uitkering + inkomsten) altijd hoger dan wanneer je niet zou werken.

De loonaanvullingsuitkering (LAU)

De loonaanvullingsuitkering wordt toegekend als je niet aan de voorwaarden voldoet voor een loongerelateerde uitkering: je hebt niet 26 weken van de 36 weken gewerkt voor je ziekte of de duur van de loongerelateerde uitkering is afgelopen. Wat zijn de voorwaarden voor een loonaanvullingsuitkering? Hieronder leg ik het uit.

Val je in de categorie WGA 35-80%?

Als de loongerelateerde uitkering afgelopen is en je valt in de categorie WGA 35-80%, dan moet je naast je WGA uitkering blijven werken. De eis is dat je tenminste 50% verdient van wat jij volgens het UWV nog met werk kunt verdienen. Wat je met werk nog kunt verdienen noemt UWV de resterende verdiencapaciteit (RVC). De RVC is uitgedrukt in een bedrag per maand en vind je terug in de WIA beslissing en rapportage van de arbeidsdeskundige. Als blijkt dat je tenminste 50% van wat je nog kunt verdienen ook daadwerkelijk verdient met werk dan bestaat er recht op een loonaanvullingsuitkering. Lukt dit niet? Dan ga je direct naar een vervolguitkering.

De hoogte van de loonaanvullingsuitkering is anders dan bij de loongerelateerde uitkering. UWV onderscheidt twee situaties:

  1. Je verdient tussen de 50% en 100% van het bedrag dat UWV vindt dat je met werk kunt verdienen. De hoogte van de loonaanvullingsuitkering bedraagt 70% van het WIA maandloon min 70% x het bedrag dat UWV vindt dat je met werk kunt verdienen. Rekenvoorbeeld: UWV vindt dat je nog €1000 met werk kunt verdienen. Stel je verdient €500 of €800 met passend werk, dan zal UWV €700 (= 70% x €1000) korten op de uitkering. Dit zorgt ervoor dat je wordt gestimuleerd om meer te gaan verdienen mocht je minder verdienen dan 70% van het bedrag dat je volgens UWV kunt verdienen.
  2. Je verdient 100% of meer van het bedrag dat je volgens het UWV kunt verdienen. De hoogte van de loonaanvullingsuitkering bedraagt dan 70% van het WIA maandloon min 70% x het bedrag dat je werkelijk verdient.
    Rekenvoorbeeld: UWV vindt dat je nog €1000 met werk kunt verdienen Stel je verdient €1500, dan wordt €1050 (=70% x €1500) gekort op de uitkering.

Val je in de categorie WGA 80-100%?

Als je in de WGA categorie WGA 80-100% valt dan ontvang je na de loongerelateerde uitkering direct een loonaanvullingsuitkering. Als er nog een minimale restverdiencapaciteit is dan brengt UWV deze niet in mindering op de uitkering. De hoogte van de uitkering bedraagt hetzelfde als tijdens de loongerelateerde uitkering. Deze inkomensbescherming is in het leven geroepen omdat de restcapaciteit vaak zo gering is dat het niet altijd realistisch is om hiervoor passend werk te vinden.

De vervolguitkering (VVU)

De vervolguitkering wordt toegekend als er geen recht bestaat op een loonaanvullingsuitkering. Deze vervolguitkering is aanzienlijk lager dan de uitkeringen die hiervoor zijn besproken. De hoogte van de vervolguitkering bedraagt namelijk een bepaald percentage van het minimumloon (dus niet op basis van het WIA maandloon). Het percentage is afhankelijk van jouw arbeidsongeschiktheidspercentage. Welk percentage voor jou geldt kun je terugvinden via deze link.

Let op! Als je tijdens de vervolguitkering gaat werken en 50% verdient van wat je volgens UWV kunt verdienen met werk, dan wordt je uitkering op dat moment omgezet naar een loonaanvullingsuitkering.  Afhankelijk van je inkomen kan er dus tussen deze uitkeringen worden geswitcht. De WIA heeft deze aanpak bedacht om er voor te zorgen dat “werken en het verdienen van inkomen” wordt gestimuleerd.

De IVA uitkering

De IVA staat voor Inkomensvoorziening volledig en duurzaam arbeidsongeschikten. Je ontvangt van UWV een IVA uitkering als je meer dan 80% of volledig arbeidsongeschikt bent en er sprake is van duurzame arbeidsongeschiktheid. Dit betekent dat de verwachting is dat de situatie de komende vijf jaar niet zal verbeteren en eventueel zal verslechteren. De hoogte van de uitkering bedraagt 75% van het WIA maandloon. Als het lukt om naast je IVA-uitkering te werken dan mag je net zoals bij de WGA uitkering 30% houden en wordt er 70% van je inkomsten gekort op de IVA uitkering.

Hoe lang ontvang ik een WGA of IVA uitkering?

Als je blijft voldoen aan de voorwaarden zoals hierboven beschreven dan ontvang je deze uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd. Uiteraard kan jouw situatie veranderen doordat je gezondheid verbetert of omdat je meer inkomen verdient. Op dat moment kan er een herkeuring van het UWV plaatsvinden en wordt de situatie opnieuw door het UWV beoordeeld. Meer informatie over de WGA en IVA uitkering kun je terugvinden via deze link.

Ben je geholpen met deze informatie? Heb je nog vragen? Laat vooral een reactie achter! Dat vinden we leuk!

Geschreven door Online Buddie: Anita